home

Navigatie

 


Simplex balhoofdplaatje

Geschiedenis

1887: oprichting in Utrecht aan de Stationdwarsstraat als "Simplex Automatic Machine Company" door de Engelsman Charles Bingham, mede-oprichter en eerste voorzitter van de ANWB in 1883.

1890: Simplex stapt van de produktie van automaten over op complete fietsen. Het bedrijf is inmiddels aan de Leidscheweg gevestigd.

1892: Simplex verhuist naar de Amsterdamschestraatweg; het personeelsbestand stijgt van twaalf tot zestig.

1893: Piet Leeuwenberg uit Delft, een van de initiatiefnemers bij de oprichting van de RAI in 1893, komt naast Bingham in de directie en neemt het bedrijf enkele jaren later helemaal over. De familie Leeuwenberg zal tot 1959 in de directie vertegenwoordigd blijven.

1896: Simplex verhuist naar de Overtoom in Amsterdam. Hier werken in dat jaar al 100 vaste werknemers, de jaarproduktie ligt al gauw bij 5000 stuks. Later worden naast fietsen ook motoren, auto´s en railwagens gefabriceerd. De fiets blijft echter het belangrijkste produkt. Simplex is een van de grootste rijwielfabrieken van Nederland en zou deze status lang behouden.

1899: Het bedrijf krijgt de naam NV Simplex Machine-, Rijwiel- en Automobielfabrieken.

1908: De Simplex-brancard, een driewieler voor ziekenvervoer, is het eerste niet rechtstreeks van een conventionele fiets afgeleide "fietsmodel" voor vrachtvervoer.

1909: Simplex ontwikkelt het Cycloïde-lager (niet afstelbare lagers in wielen en trapas met minder wrijving), 55 jaar lang een kenmerk van de betere Simplex fietsen.

ca. 1927: Simplex breidt het assortiment uit met fietsen waarbij in plaats van de gebruikelijke velgrem, zelf ontwikkelde trommelremmen zijn gemonteerd. Deze trommelremmen zijn tot eind jaren zestig op veel Simplex fietsen te zien.

1936: Na een aantal moeilijke jaren wordt het fabriekscomplex gemoderniseerd en voor een capaciteit van 35.000 stuks geschikt gemaakt.

1939: Simplex introduceert een aluminium fiets met een gewicht van 12 1/4 kilo.

1943 - eind 1945: De produktie is door de oorlog gedwongen stopgezet.

Simplex zweeffiets

Simplex zweeffiets

 

1952: Simplex gaat een fusie met Locomotief aan. Deze combinatie is succesvol en is rond 1960 met ca. 55.000 fietsen per jaar goed voor 10 % van de Nederlandse fietsproduktie.

1952/53: Simplex verhuist naar een grotere fabriek met een capaciteit van 70.000 stuks in de Pilotenstraat in Amsterdam. De produktie van Locomotief is 1954 geheel naar de Pilotenstraat overgebracht.

1955: Simplex produceert haar éénmiljoenste fiets.

1965: De jaren '60 zijn voor de hele fietsenbranche een moeilijke periode. In 1965 wordt de produktie van Simplex/Locomotief aan Juncker in Apeldoorn uitbesteed. In Amsterdam blijft alleen een verkoopkantoor over.

1967: Simplex, Locomotief en Juncker worden samengevat in de Verenigde Nederlandse Rijwielfabrieken (VNR).

1968: Ook deze reddingspoging blijkt vergeefs. In 1968 neemt Gazelle de zaak over. De fabriek in Apeldoorn wordt omstreeks 1971 gesloten en de drie beroemde merknamen zijn nog alleen maar B-merken van Gazelle.

2000: Gazelle verkoopt de merknaam Simplex aan de Duitse tweewieler-inkoopcombinatie ZEG die ook in Nederland actief is.


Simplex en Burgers waren rond de eeuwwisseling de grootste Nederlandse rijwielfabrieken. Al in 1891 ontving Simplex een exportorder van 100 fietsen uit Amerika, rond de eeuwwisseling exporteerde men naar Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Zuid-Afrika en Zuid-Amerika. In het begin van deze eeuw was Simplex naast Fongers en Burgers leverancier voor het Nederlandse leger. De meeste onderdelen werden zelf gefabriceerd.

     Een van de speciale Simplex-constructies is de vanaf 1953 verkochte zweeffiets. Hierbij is het zadel via een bladveer opgehangen en veert ook de voorvork. Dit model was echter geen groot success en werd maar korte tijd gemaakt.

     Een andere typische Simplex-constructie is het stuur met binnenin lopende remstangen, dat tot begin jaren dertig werd gemaakt.

Simplex stangenstuur

Simplex stangenstuur

De fietsproduktie van Simplex is moeilijk te schatten. Er rijden nog heel veel oude Simplex fietsen van voor de fusie met Locomotief rond, met name uit de jaren rond 1950 toen Simplex kennelijk ontzettend goed verkocht. Opvallend veel van deze fietsen zijn zwarte, zware omafietsen met Simplex trommelremmen en remstangen.

     Vast staat dat Simplex in november 1955 haar éénmiljoenste fiets vierde, een kleine twee jaar nadat Gazelle dezelfde gebeurtenis mocht verkondigen. Het is te vermoeden dat Simplex toen, gezien de vroege start van dit bedrijf en de nu nog rondrijdende fietsen, met haar totale produktie de tweede plaats onder de Nederlandse rijwielfabrieken innam.


Framenummers

Simplex is berucht wegens zijn ondoorzichtige framenummers. Er is vanaf ongeveer 1930 een serie met 6 cijfers gebruikt waarbinnen oplopend is genummerd. Gelijktijdig zijn er vóór 1953 nog minimaal drie andere nummerseries (één met een letter voor de cijfers en twee of meer series met meestal 5 cijfers achter elkaar) die deels ook al voor de oorlog zijn gebruikt. Na de fusie in 1953 werd het systeem van Locomotief (6 cijfers, niet oplopend) overgenomen. Bij de sluiting van de Simplexfabriek in 1965 werden de gegevens betreffende de framenummers vernietigd.

 

Simplex kruisframe

Simplex kruisframe (1935 - 1957),
framehoogte 68 cm, bouwjaar 1941

 

Meer over Simplex:

 

 

Heeft u zelf een oude Simplex-fiets? Geef hem dan op voor de fietsendatabank! Hoe u dat doet leest u hier.

 

 

 

Copyright by Herbert Kuner, © 1999 ...
All rights reserved.

terug

Last update: 10-09-2006