home

 
Navigatie

 


Gruno

Brittijn & Lankhorst
 

Adek-reclame Adek-reclame van tekenaar
Jo Spier (jaren '30)

Gruno & Adek in de jaren '30

In de beschikbare bronnen is weinig over Gruno in de jaren dertig te vinden: geen spraakmakende constructies of modellen, alleen af en toe een nietszeggende advertentie in “De Nederlandsche Rijwielhandel”. Juist in een tijd als er allerlei nieuwe modellen in de mode raken, zoals kruisframefietsen, sportfietsen en tandems, lijkt de vernieuwing bij Gruno op een laag pitje te staan. Er is een Gruno/Adek-tandem, en voor de rest alleen toer- en transportfietsen. In folders uit de tweede helft van de jaren dertig ligt het accent op degelijkheid (“verzwaard model”, modellen met kogellagers), roestwerendheid (Rotor-lakwerk) en de aangesoldeerde nokken voor de dynamohaak en de bagagedrager. Met dit laatste is Gruno/Adek de concurrentie op dat moment wél een stapje voor.

     In mei 1937 viert Gruno haar 40-jarig bestaan op bescheiden wijze. In een geïllustreerde bijlage van de Winschoter Courant wordt dit jubileum breed uitgemeten. Begin 1939 wordt Gruno/Adek verkocht aan de pas opgerichte NV Rijwiel- en Machinefabriek Brittijn & Lankhorst, gevestigd aan de Graafseweg in Nijmegen. Daarmee komt ook een einde aan de Winschotense rijwielfabriek. In het voorjaar van 1940 overlijdt oud-directeur Dop.

     Aegidius Lankhorst en Frans Willem Brittijn werkten in de jaren dertig allebei bij Burgers in Deventer, onder directeur Kilsdonk. Lankhorst had de technische leiding terwijl Brittijn voor de verkoop verantwoordelijk was. Burgers werd in die tijd op zeer autoritaire wijze door Kilsdonk geleid, wat uiteindelijk tot het vertrek van Brittijn en Lankhorst leidde.

Aegidius Lankhorst
Aegidius Lankhorst
(rechts, omstreeks 1950)

De oorlogsjaren

Bij het begin in Nijmegen draait Gruno & Adek blijkbaar nog even slecht als in de laatste jaren in Winschoten. Uit framenummergegevens blijkt dat er tussen 1936 en het begin van de oorlog maar zo’n 2.000 fietsen per jaar worden gemaakt. Tijdens de oorlog lijken de activiteiten in de kleine Nijmeegse fabriek toe te nemen: het bedrijfskapitaal gaat duidelijk omhoog. Ook adverteert Gruno/Adek nog tot april 1943 regelmatig in De Nederlandsche Rijwielhandel: "Ondanks de moeilijke tijdsomstandigheden garanderen wij nog steeds ons onverwoestbaar ROTOR-lakwerk". Daarna staan in dit blad helemaal geen advertenties van bedrijven meer.

     Brittijn & Lankhorst zijn tijdens de oorlog inderdaad volop actief met hun bedrijf. Ibo Boekhoorn, de kleinzoon van Aegidius Lankhorst, heeft veel verhalen en feiten achterhaald over zijn grootvader en over de gang van zaken bij de Gruno-fabriek. Hij omschrijft Lankhorst als volgt: "Hij was een zeer grote en fysiek sterke man waar niet mee te spotten viel. Tegelijkertijd was hij zeer principieel, dus een moeilijke man." De fabriek aan de Graafseweg werkt tijdens de oorlog noodgedwongen voor de Duitse bezetters. Boekhoorn: "De kwaliteit van de fietsen die mijn grootvader toen leverde was bij wijze van sabotage bewust slecht. Ook zaten in de fabriek onderduikers verstopt, in een onderkeldering dichtbij de lakkerij waar het warm was. Sommige van hen werkten in de fabriek mee, waar in totaal zo'n 60 mensen aan het werk waren. Daarnaast steunde mijn grootvader hulpbehoevenden ook financieel, trouwens ook na de oorlog. Hij is tijdens de oorlog een keer opgepakt maar kon op een of andere manier weer vrij komen. Zelf sprak hij later nauwelijks over die jaren."

 

Octrooien

Lankhorst schrijft in de jaren '40 diverse octrooien op zijn naam. In juli 1942 worden twee octrooien aangevraagd op een fiets met mixte-frame. Deze fiets heeft als bijzonderheden een door het frame lopende bowdenkabel naar de achterrem en een speciale achterpat waaraan ondermeer aparte bevestigingsogen voor de bagagedrager en een standaard zitten. De achteras wordt daarbij vertikaal ingehangen en vastgezet. Het bijzondere van de bowdenkabel is dat deze over de hele lengte extra wordt beschermd, waarbij hij tussen balhoofd en achteras zonder bocht óf door een framebuis van het mixte-frame óf in een aparte, aan het frame bevestigde koker loopt.

 

octrooifiets
Octrooifiets met rem-bowdenkabel binnendoor het frame (1942)

 

<ß>Van januari 1947 dateert een octrooiaanvraag voor een speciale geleiding van de verlichtingskabel naar het achterlicht. Dergelijke octrooien kwamen met name rond 1938 voor in verband met de invoering van een verplicht achterlicht. Het idee van Lankhorst houdt in dat er een dun beschermbuisje loopt vanuit het boveneinde van de balhoofdbuis naar de schuine onderbuis. Vervolgens wordt de kabel binnendoor het frame naar achteren geleid, wat al bij eerdere octrooien zo was.

 

Adek-kruisframe met speciale kabelgeleidingsbuis
Adek kruisframefiets met geoctrooieerde geleidingsbuis voor de
achterlichtkabel. Bij de zadelbuis verdwijnt deze in de achtervork (zie detail).
(foto's: Jan van den Elshout)

 

Een ander octrooi van 1947 betreft een crankspiebeschermer die het middendeel van de crank omsluit. Deze beschermer hoeft bij de demontage van de crankspie niet afgenomen te worden, omdat er twee afneembare schroefdoppen geïntegreerd zijn die de spie vrijgeven.

 

speciale crankspie
Crank van Adek-fiets met speciale, kleiner dan normale spie en
twee schroefdoppen. De crankspiebeschermer zelf ontbreekt.


Lankhorst gaat alleen verder


Na de bevrijding kunnen Brittijn en Lankhorst weer relatief snel opstarten. Lankhorst heeft aan de oorlogsjaren nuttige contacten uit bedrijfsleven en politiek overgehouden. In 1947 worden zo'n 3.000 fietsen gemaakt, een productie die in de jaren 1948 en 1949 telkens kan worden verdubbeld. Lankhorst maakt al in 1946/47 plannen om de fabriek uit te breiden, wat echter alleen buiten Nijmegen kan. Brittijn wil in Nijmegen blijven. Dit meningsverschil leidt uiteindelijk tot het vertrek van Brittijn in 1947. Hij wordt door Lankhorst uitgekocht en gaat door met een eigen framebouwerij aan de Ooijschedijk in Nijmegen. In 1956 verkoopt Brittijn deze weer en blijft een rijwielgrossierderij over die nu nog bestaat.

Gruno-fabriek Gruno-folder van ca. 1952

Lankhorst is nu de enige eigenaar en directeur van de NV Gruno & Adek Rijwielfabrieken. Hij laat een nieuwe, grote fabriek in Uden bouwen. Zijn vrouw wil echter in Nijmegen blijven, zodat hij met zijn gezin een grote villa aan de St. Canisiussingel betrekt die tevens als bedrijfskantoor wordt gebruikt. Op een bord aan de voorgevel staat de bedrijfsnaam, en er werken ook een handvol administratiemedewerkers in het huis van Lankhorst. Ibo Boekhoorn: "Mijn opa had in zijn villa een zogenaamde dure kamer waar hij invloedrijke mensen ontving. Mijn moeder heeft hen regelmatig gezien en ook koffie gebracht. De mensen werden met autos met chauffeurs gebracht, en die bleven wachten tot de besprekingen klaar waren. Waar het allemaal over ging, daar praatte mijn grootvader niet over."

     De fabriek in Uden wordt in of omstreeks 1952 officieel in gebruik genomen. Het is een modern ingerichte fietsenfabriek waar bij de inrichting ook zorg is besteed aan goede arbeidsomstandigheden. Er is veel daglicht, en om de saaiheid van het fabriekswerk tegen te gaan kunnen de arbeiders op verschillende plaatsen in de fabriek werken.

     Ter gelegenheid van de opening komt een delegatie politici in Uden op bezoek, waaronder J. Zijlstra (minister van Economische Zaken), J. Algera (minister van Verkeer en Waterstaat) en prof. De Quay (commissaris van de Koningin voor Noord-Brabant en later minister-president). Ook onder de commissarissen van de NV Gruno & Adek Rijwielfabrieken bevinden zich bekende namen: J.A. ten Doesschate, die zich vanaf 1956 als eigenaar van Roosvicee een naam zou maken, en R. Buisman, bekend als fabrikant van koffietoevoegingen. 

 

opening Gruno-fabriek in Uden

Rondleiding door de Gruno-fabriek in Uden op 13 maart 1953. Linkerfoto v.l.n.r.:
J. Zijlstra (minister van EZ), Ae. Lankhorst en diens broer
Teunis Lankhorst (als financieel directeur in het bedrijf gekomen).


Bijzondere modellen


Terug naar de fietsen. Het Rotor-lakwerk, dat in de jaren '40 verder kon worden verbeterd, wordt ook in de jaren '50 folders nog prominent als verkoopargument ingezet. Lankhorst-kleinzoon Boekhoorn: "De verbetering is bij toeval gevonden, doordat er een keer per ongeluk bij een hogere temperatuur werd gemoffeld. Op de RAI-tentoonstelling heeft mijn opa standbezoekers laten proberen, door op elkaar slaan van twee gelakte buizen de lak te laten barsten. Wie het zou lukken zou 1000 gulden krijgen, maar het lukte niemand."

     Opvallend is dat Gruno-Adek begin jaren '50 uitdrukkelijk geen fietsen met verchroomde velgen aanbiedt. De keuze bestaat uit zwart gelakt of gepolijst aluminium. Misschien is ook dat als een teken van groot vertrouwen in het superieure eigen lakwerk op te vatten.

In de folders uit die tijd vallen drie modellen op. Allereerst de Gruno of Adek "Kruissport" die al uit de jaren '40 dateert. Het model is leverbaar met 26" of 28 x 1 5/8" wielen. Een bijzonder detail is dat de elkaar kruisende buizen niet recht zijn maar in het midden (bij het kruispunt) omgebogen en tegen elkaar aangesoldeerd.

Gruno "Kruissport", ca. 1953 "Kruissport", ca. 1952

Het Gruno Priesterrijwiel heeft een parallelframe, wat tot begin jaren '50 in Nederland nog vrij ongebruikelijk was. Maar niet alleen dat: vanuit het punt waar de bovenbuis op de zadelbuis uitkomt lopen twee korte buisjes naar de liggende achtervork (op de afbeelding nauwelijks te zien). Dit is bekend van sommige Engelse kruisframefietsen, zoals de "Quadrant"-fiets die ook door A. Alt in Leiden is gebouwd.

Gruno "Priesterrijwiel", ca. 1952 Priesterrijwiel, ca. 1952

Een opvallende verschijning is ook het "Adek-rijwiel voor hulpmotor" uit een folder van omstreeks 1952, voorzien van 26 x 1 3/4" wielen. Om een extra stevig frame met lage instap de verkrijgen is de zadelbuis uitgebreid tot een driehoekconstructie - een idee dat voorlopers kent (Germaan Priesterrijwiel, Nederlandse octrooien uit de jaren '10) en opvolgers (Fongers "Compact" deelfiets).

Gruno Hulpmotorrijwiel, ca. 1952 Hulpmotorrijwiel, ca. 1952

Het hoogtepunt en de dramatische val

Begin jaren '50 produceert Gruno-Adek volgens framenummergegevens zo'n 15.000 fietsen per jaar, een productie die met die van andere middelgrote fietsfabrieken zoals Empo, Phoenix of Juncker te vergelijken is. Volgens de overlevering werkten er 400 mensen, wat samen met de grootte van de fabriekshallen een duidelijk hogere productie suggereert. Mogelijk is het verschil te wijten aan een hoge export.

     Behalve de fietsproductie is in de Gruno-Adek-fabriek ook de Udense Schroevenfabriek gevestigd, die schroeven voor de Gruno/Adek-fietsen vervaardigt, maar ook voor derden. Daarnaast heeft de Gruno-Adek-fabriek nog een filiaal aan de Thorbeckegracht in Zwolle, is Lankhorst eigenaar van een groothandel in metaal en chemische producten en heeft hij kapitaal in de ovenfabriek Probat in 's Heerenberg zitten.

     Eind 1953 komt een bizar einde aan de bloei van Lankhorst's industriële bezittingen. Hij wordt door een herseninfarct getroffen en kan niet meer de leiding over zijn bedrijven uitoefenen. Die wordt overgenomen door de commissarissen van Gruno-Adek. Wat volgt is een onduidelijke periode van ruim één jaar waarin de financiën van de fietsenfabriek op losse schroeven komen te staan. Begin 1955 worden de bezittingen van Gruno-Adek door de commissarissen onderhands verkocht aan Stokvis uit Rotterdam, zonder schriftelijke overeenkomst. De NV Gruno-Adek treedt in liquidatie en gaat drie maanden later alsnog failliet. Een onbegrijpelijke situatie, waarover de schuldeisers zich dan ook in de crediteurenvergadering zeer ontsteld tonen.

     En niet alleen zij. Ibo Boekhoorn: "Mijn opa was ontzettend kwaad over het beleid dat tijdens zijn ziekte werd gevoerd, maar door zijn herseninfarct kon hij niets doen. Hij sprak vanaf die tijd nooit meer een woord. Na een tweede hersenbloeding kwam hij in een verzorgingstehuis terecht waar hij in 1969 overleed."

     Stokvis produceerde in de Udense fabriek fietsen onder eigen merk, maar ook onder de overgenomen merken Gruno en (in beperkte mate) Adek. De economische veranderingen in de rijwielbranche in de jaren '60 waren voor Stokvis aanleiding om de fabriek in 1968 te sluiten.

     Was dat het einde van de merken Gruno en Adek? Nee, er werden eind vorige eeuw en begin deze eeuw nog steeds fietsen onder die merken verkocht door handelsonderneming Epi Kuiper die in Winschoten zat, daar waar het met Gruno allemaal begon. In 2008 ging Epi Kuiper BV een samenwerking met andere grossiers onder de naam Odice aan en in 2009 werd Odice overgenomen door het Duitse Cycle Union. De merknaam Adek werd opgegeven, en sinds 2016 voert de Arnhemse fietsenwinkel Cycle Nation weer dit merk.

 

 

Heeft u zelf een oude Gruno-, Adek- of Amstel-fiets? Geef hem dan op voor de fietsendatabank! Hoe u dat doet leest u hier.

 

 

 

Copyright by Herbert Kuner, © 2005 ...
All rights reserved.

terug

Last update: 08-06-2016